Bericht van Dennis

Op maandag gingen we heel erg ver wandelen naar de op één na grootste Kauriboom. De grootste Kauriboom kan 2000 jaar oud worden. Bij de op één na grootste Kauriboom passen 24 kinderen om de stam. Misschien kunnen de kinderen in de klas dat nadoen! Dan moeten ze in een rondje gaan staan en elkaar een handje geven.
We hebben ook nog gezwommen.

Ruzie met de weergoden

Na 6 dagen moet het hoge woord er maar eens uit: wij hebben op dit moment een wat moeizame relatie met Nieuw-Zeeland! Hoewel de natuur natuurlijk prachtig is, lijkt het erop dat de weergoden van dit land erg hun best doen om het ons moeilijk te maken. Vandaag was weer een mooi voorbeeld. Wij hadden onze zinnen gezet op een mooi plaatsje op het gras van de DOC camping bij Trounson Kauri park. De hele dag was het prachtig weer, maar toen we ongeveer 500 meter voor de ingang van de camping waren, begon het keihard te plenzen. Zelfs de locals vonden het, in hun eigen woorden, verrassend. Na eerst nog even te hebben afgewacht of het niet een kortstondige bui zou zijn, besloten we uit te wijken naar een cabin op een top10 camping in de buurt en niet in de stromende regen de tent te gaan opzetten. Achteraf blijkt dit een goede keuze, want terwijl ik dit schrijf, 4 uur later, regent het nog steeds. Sowieso heeft het in de tijd dat we hier nu zijn, nog maar één nacht niet geregend. Niettemin zie ik hier overal borden die aangeven hoe het momenteel gesteld is met de “water shortage” en bij de douches van de camping waar we vannacht verblijven hangen briefjes met “Please conserve water – Only short showers – be fair” en “5 minute showers only”. Daarnaast staat er bij het stroomje (momenteel meer een rivier) waar de camping aan staat een groot bord waarop te lezen valt dat zwemmen verboden is i.v.m. verontreiniging met fecaliën (het bord geeft de mogelijkheid om aan te kruisen van wie deze fecaliën afkomstig zijn, mensen – honden – andere dieren, maar van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt), toch ook geen teken van overvloedige wateraanvoer, zou je zeggen (als iemand die begin jaren 90 nog in de Maas, toen één van de meest vervuilde rivieren van Europa, gezwommen heeft, vraag me dan ook gelijk af hoe erg het met die verontreiniging gesteld is. Je mag toch aannemen dat er geen riool op dit stroompje uitkomt en hoeveel mensen en honden kunnen zich nu helemaal nog stroomopwaarts bevinden?). We kunnen dus niet anders dan concluderen dat deze bijzondere regenbuien speciaal voor ons worden aangemaakt door een hogere (Maori?) macht, hoewel het natuurlijk ook zo kan zijn dat onze auto dusdanig veel condensatiekernen uitstoot, dat het gaat regenen op elke plaats waar wolken (hier altijd overvloedig aanwezig) en auto samenkomen. Ik kom hier nog op terug!

Eerste keer kamperen

Gisteren hebben we op een camping op Coromandel onze eerste kampeerervaringen in Nieuw-Zeeland / van deze reis opgedaan. Daarbij heeft onze tent gelijk zijn vuurdoop of beter gezegd zijn regendoop gekregen. De timing was wat dat betreft niet slecht, toen we de camping opreden en de tent opzetten (onder bewonderende blikken van onze Nederlandse buren: “wat hebben jullie een gemakkelijke tent”) was het nog droog, tijdens het koken begon het wat te druppen en toen we gingen slapen viel het met bakken uit de lucht. De tent heeft zich gelukkig goed gehouden, op een paar drupjes door lekkende naden na (het blijft wel made in China) was alles vanochtend nog helemaal droog. Het lawaai van de regen op het dak van de tent kwam de nachtrust echter niet ten goede; gelukkig konden de kinderen bijslapen in de auto (zij wel!).
Helaas is het de hele dag regenachtig gebleven, met elk uur wat motregen, maar vooral veel donkere, laaghangende bewolking, wat de foto’s natuurlijk niet ten goede komt. We hebben niettemin een bezoek kunnen brengen aan hot water beach en Cathedral Cove. We zijn daarheen gereden over “the 309 road”, een grotendeels onverharde weg die dwars over het Coromandel schiereiland loopt. Dit bleek een ontzettend mooie route met prachtige vergezichten en enkele leuke uitstapjes te zijn. Bij Cathedral Cove stonden overal hekken met borden dat het wandelpad daarheen was afgesloten omdat een deel van het pad was weggeslagen. Net als talloze andere toeristen hebben we ons daar echter niet door laten tegenhouden. Het bleek dat helemaal op het einde van het pad een trap was weggespoeld, maar met een beetje klauteren was daar best een mouw aan te passen. We eindigen deze dag in de family room van een backpackers in Whangamata. Al onze batterijgedreven elektronica moest namelijk dringend worden opgeladen en het blijkt erg lastig te zijn om op een Nieuw-Zeelandse camping stroom in een tent te krijgen. Er worden dus heel wat accu’s opgeladen vannacht! We hebben ons voorgenomen om morgen een DOC camping op te zoeken, zodat we de overdreven luxe van vannacht wat kunnen compenseren. 😉

Naar Coromandel

Vandaag is de dag van de grote verhuizing. We hebben zojuist alle spullen in de auto geladen (dat viel nog niet mee, met alle extra zaken voor het kamperen) en over een half uurtje, als de kinderen zijn uitgezwommen, gaan we rijden. Ik verwacht niet dat we op de camping net zulke goede Internetfaciliteiten zullen hebben als hier, dus het kan even duren voor jullie weer iets van ons horen!

Gisteren zijn we naar Rangitoto island geweest. Dit is een vulkanisch eiland in de baai bij Auckland. Noodgedwongen hou ik het verslag even kort: je gaat naar dit eiland met een ferry. Door een schrijnend gebrek aan voorbereiding, misten we de eerste twee ferry’s van de dag, waardoor we maar 3 uur hadden om de wandeling naar de top van de vulkaan en weer terug te volbrengen. Dat ik daarbij Laura, mijn camera, de reservekleding van de kinderen en de reisgidsen om mijn rug moest torsen maakte de tocht er niet lichter op. Uiteindelijk hebben Dennis en Ilse de hele tocht (anderhalf uur naar boven, een uur terug) zelf gelopen en Laura de laatste 10 minuten naar boven en de helft van de terugweg. Dat geeft dus hoop voor de rest van de reis, want we willen nog wel een aantal van dit soort wandelingen doen. Dit ondanks het feit dat ik na terugkeer bijna net zo dood was als eerdergenoemde vulkaan.