Afgelopen zondag hebben we vanuit Smithton een tweede poging ondernomen om de Tarkine Wilderness te verkennen, dit keer wat minder ambitieus door de Arthur Forest Drive te gaan rijden. Na wat rondrijden in het park waar al sinds de overstromingen in augustus 2007 een brug buiten bedrijf is, vonden we een tweetal kleine, maar erg mooie, wandelingen in een schitterend regenwoud. Helaas waren er ook minder mooie plekken langs de weg. Dit bos wordt namelijk “gemanaged” door Forestry Tasmania, wat betekent dat regelmatig percelen oerbos worden gekapt en daarna platgebrand. Daarbij wordt 10% van de bomen gebruikt voor timmerhout, ongeveer 40% voor houtsnippers en de resterende 50% wordt dus in brand gestoken. Het duurt daarna 25-30 jaar voor er weer iets staat dat op bos lijkt, maar oerbos, met bomen van honderden jaren oud, wordt het natuurlijk nooit meer. Bizar dat zoiets in een ontwikkeld land gebeurt…
Daarna hebben we ons originele schema hervat en zijn we op weg gegaan naar het welbekende Cradle Mountain National Park. We onderschatten de rit er naartoe een beetje en zijn uiteindelijk geëindigd in (wederom) een Flying Docters-achtig etablissement in Waratah. Onze gastvrouw heeft daar de laatste maaltijden opgewarmd en wat frietjes gemaakt en om 8 uur werden we de bar/ het restaurant uitgejaagd omdat alles ging sluiten. De kinderen overigens vermaken zich prima in de auto. Dennis begint ‘s ochtends met zijn rekenhuiswerk in de auto, wat er, door de bochtige wegen, af en toe in resulteert dat de cijfers niet netjes zijn geschreven. Juffen: excuus daarvoor, het schrijfhuiswerk maken we gewoon aan tafel. vanaf een uurtje of één mogen de kinderen DS-en. Ook heeft Dennis al veel gelezen en voorgelezen aan zijn zusjes in de auto. Laura en Ilse vermaken zich met het bijna letterlijk naspelen van een Assepoesterfilm (deel 3) die we hebben meegenomen. En natuurlijk is er ook wel eens een kleine clash achterin, maar in het algemeen gaat het allemaal erg gemoedelijk.
Vanuit Waratah zijn we de volgende ochtend de laatste 50 km naar Cradle Mountain gereden. Cradle Mountain dankt zijn naam aan de vorm van de berg, je zou er het zijaanzicht van een baby in een wiegje in kunnen zien. Nu hebben we toch 3 baby’s in een wiegje zien liggen, maar dit vonden we wel erg ver gezocht. Ook Ilse snapte er niets van. Om 10 uur’s ochtends stonden we al in het park en zijn we de wandeling rond het Dove Lake (ongeveer 6 km) gaan doen, een hele mooie wandeling rondom een bergmeer. Enig nadeel was dat de boardwalk die ze hadden aangelegd wel heel smal was. De wandeling moest dus ook eigenlijk in één richting worden afgelegd en wij werden door het tempo van de kids dan ook wel ingehaald door de vele wandelaars die dezelfde wandeling liepen. Dennis liep weer vooruit en zat af en toe braaf op ons te wachten. Laura heeft genoten en geslapen in haar rugzak. Na deze wandeling hebben we nog een drietal kleinere gedaan die ook Laura heeft gelopen. In totaal hadden we toen ruim 10 km in de benen. Grappig detail was dat we op een van de kortere wandelingen bij het uitstappen van de parkbus recht op de man afliepen waar we twee avonden daarvoor een avond mee hebben zitten praten op de camping.
Aan het einde van de dag hebben we onze tent opgeslagen op de zeer nabij gelegen camping die voornamelijk was ingericht op campers. Van een grassy tentsite was geen sprake. Van onze overburen kregen we nog een klein grondzeil en de volgende ochtend hebben we als een gek moeten vegen om het zand van de onderkant van onze tent te krijgen. Verder voelden we ons die nacht toch wel een beetje een prins en prinses op de erwt. Blijkbaar waren er, alhoewel we dachten ze allemaal verwijderd te hebben, nog bergen kleine steentjes onder onze tent blijven liggen en de self-inflatable matjes corrigeren die niet voldoende. Toch ook maar een grondzeil kopen, want dit zal wel vaker voorkomen en de volgende keer de tentplek inspecteren voor we betalen! De andere voorzieningen op de camping waren overigens erg leuk, alhoewel er geen zwembad of speeltuin was.
De volgende ochtend (inmiddels dinsdagochtend) zijn we na een tussenstop bij het visitor center (Ilse was haar grijze jasje verloren in het park en gelukkig lag deze bij het visitor center) richting Hobart gereden. Wederom 2 kleine wandelingen langs de snelweg gemaakt waarvan 1 naar een waterval. Verder hebben we geluncht in Queenstown. Ons valt op dat de Aussies goed weten te rekenen voor een lunch. Het eten valt wel mee, maar de bijbehorende drankjes zijn erg aan de prijs. Uiteindelijk hebben we weer ons einddoel niet helemaal gehaald en zijn we gestrand in een zeer leuk huisje bij de ingang van het Mount Field National Park. Wel een beetje boven budget, maar dan heb je ook een echt huisje met twee slaapkamers, een woonkamertje met TV en een keukentje, waar ‘s avonds de wallaby’s en de pademelons op het gazon grazen en de Tasmanian devils aan de deur krabben!
De foto’s staan er nu ook bij!
Fijn weer een berichtje van jullie, wij vervelen ons niet hoor maar we kijken heel regelmatig hoever jullie nu weer zijn . Wel een boel kilometers hoor. En dat de kinderen het zo goed doen, wandelen ,huiswerk maken,jasje vergeten en weer terug krijgen en camperen op steentjes die stumpers! Maar dan ook weer eens in een huisje. Hebben jullie ook wat warmer weer daar, bij ons wordt het nu ook wat beter de nachtvorst wordt wat minder dus de lente komt eraan. Groeten aan de kinderen en veel plezier . Doei
O leuk wat worden we weer verwendt. Het zijn echt een paar engeltjes.Mooi ook van de watervallen en de doorkijkjes in de bossen en baaien. Hebben jullie ook van het water gedronken ? Moet haast wel kunnen toch! En Dennis past goed op zijn zussen, goedzo jong. De natuur is hier toch weer anders dan Nieuw-Zeeland.Die 10 dagen zitten er snel op. Nou de rest nog, hopelijk verloopt die overtocht wat rustiger. Prettig weekend en pas goed op jullie zelf. Groeten uit Leeuwarden ( ben hier lekker de tuin aan het opruimen en mooimaken)