GJ: We lopen vreselijk achter met onze berichtgeving, want inmiddels zitten we alweer een week op Vancouver Island, maar in het vorige bericht heb ik beloofd dat ik verder zou gaan waar ik gebleven was; bij onze avonturen in Jasper National Park.
We stonden daar weer op een camping, Wabasso Campground, in Jasper National Park. Ik had hier in 2020 al een mooie plek uitgezocht en het was me zowaar gelukt om deze dit jaar opnieuw te reserveren. Dat ik dit in 2020 goed had uitgezocht bleek al direct bij het inchecken, want zodra ik het nummer van onze kampeerplek noemde, barstte de Parkranger die ons incheckte uit in een lofzang van een minuut of 5 over specifiek deze plek. Het was blijkbaar zijn favoriete plek, aan de rivier, fantastisch uitzicht, lekker ruim, beschut enz. enz. We werden er helemaal blij van. Helaas ontdekten we niet veel later dat deze plek ook voor grote aantallen muggen aantrekkelijk is, maar dat wisten we toen dus nog niet.
Onze plek was inderdaad erg mooi gelegen, maar dat was vooral ook in vergelijking met de andere plekken, die dicht bij elkaar en zonder al te veel begroeiing waren, totaal anders dan bij de campings waar we eerder gestaan hadden. Een andere nieuwe ervaring was dat het ging regenen, net toen de tenten stonden en we wilden gaan koken. Gelukkig was er een cooking shelter beschikbaar, waar het al snel gezellig druk werd, onder andere met een andere Nederlandse familie die aan het tent kamperen was (de meeste andere Nederlanders die we hier tegenkomen hebben een camper gehuurd). Gelukkig werd het al snel weer droog en konden we ons kampvuur weer aansteken. Onze overburen hadden die volgorde omgedraaid, eerst kampvuur aansteken en dan gaan koken bij de shelter, maar dat is dus niet de bedoeling. Het onbewaakte kampvuur werd na een korte inspectie genadeloos gedoofd door een passerende Parkranger en hun fire permit, de vergunning om een kampvuur te mogen maken, werd ingetrokken, dus verder geen kampvuur meer voor onze overburen.
De volgende dag was het tijd om de omgeving te gaan verkennen en toevallig zat er vrij dicht bij onze camping een leuke rit en wandeling naar Mount Edith Cavell, genoemd naar een Britse verpleegster uit de Eerste Wereldoorlog. Om er te komen rij je eerst een behoorlijk smalle en bochtige weg omhoog, waarna er een relatief eenvoudige wandeling naar een gletsjer volgt. Dit was een welkome afwisseling ten opzichte van de dag ervoor, toen we de auto eenvoudig langs de Icefields Parkway geparkeerd hadden, om vervolgens een korte maar zware hike naar een andere gletsjer te doen, Parker Ridge. Deze hike staat aangegeven als niet al te moeilijk, maar als je op 2 km hoogte begint, is een klim van een meter of 300 toch echt anders dan wanneer je op zeeniveau begint! Hoe dan ook waren beide wandelingen de moeite meer dan waard.
Nadat we de gletsjer bij Mount Edith Cavell hadden bekeken, zijn we nog even naar Athabasca Falls gereden. Daar was het een stuk warmer (en drukker). Het had behoorlijk geregend ‘s nachts en de waterval was dan ook erg indrukwekkend.
‘s Avonds was het natuurlijk weer tijd voor een kampvuur, en met wat oefening gaat het houthakken, ondanks een te kleine botte bijl, steeds beter!
Johanna: De volgende dag, 26 juli was het inmiddels, hebben we alle kampeerspullen weer ingepakt en zijn van Jasper naar Kamloops gereden. Wat een enorm mooie weg is dit, weer vele mooie uitzichten en meertjes.
De moteleigenaar in Kamloops was een Engelsman die in de marine had gezeten en ook een tijdje in Den Helder had gewoond. Hij vertelde dat het hartje zomer 40 graden werd in Kamloops, zo rond half augustus, en dat het hartje winter -30 kon zijn. De sneeuwscooters zagen we dan ook her en der in de achtertuinen staan.
We zaten letterlijk bovenin het centrum van Kamloops. De 20 minuten wandeling naar beneden (en later ook weer omhoog 😉) had een behoorlijk stijgingspercentage. Onze kuitspieren worden deze vakantie behoorlijk op de proef gesteld, maar ja, wij gekke Nederlanders gaan dan lopen. Geen enkele Canadees zie je lopen, tenzij ze aan het sporten zijn of een hike doen, maar om van A naar B te komen pak je echt de auto hier.
De volgende dag was het alweer tijd om door te rijden naar onze volgende stop: Pemberton. Iets voor Pemberton, een klein dorpje weer een half uurtje voor Whistler, draaiden we het terrein van ons motel op en we rijden zo bijna tegen een beer aan (nou ja, iets overdreven, maar de beer was toch op 10 meter afstand of zo aan rondscharrelen bij de trampoline en de schommel. De nodige foto’s en filmpjes gemaakt en toen de beer vond dat hij genoeg gefotografeerd was is hij weer vertrokken. De motelman gaf aan dat dit de huisbeer was en dat er ook nog een moederbeer met 3 jongen was. Terwijl GJ aan het betalen was, renden deze op grasveld langs… Daarna nog af toe naar buiten gekeken en de beer nog een paar keer gezien. De kids zijn maar niet gaan trampolinespringen.
De volgende dag, vrijdag 28 juli, zijn we vanuit Pemberton naar the Sunshine Coast gereden. Het laatste stukje van de Sea to Sky highway of in ons geval de sky to sea highway. Weer veel gletsjermeren en steep winding roads, uitzichtpunten op besneeuwde bergen en veel groene bomen. En even een snelle stop gedaan in Whistler. Helaas geen tijd om te overnachten hier, maar een heel leuk plaatsje. Toen we eenmaal bij sea waren moesten we ook een ferry overtocht maken. De paar dagen ervoor waren we best wel even bezorgd of dit wel zou lukken, elke keer waren alle boten op deze vrijdag vol als we keken op de site. We hadden ons er al bij neergelegd dat we maar zouden aansluiten bij de rij auto’s zonder reservering en hopen dat we naar de overkant zouden komen. We hebben een paar keer het Canadese nieuws gekeken en daar was één van de items dat de wachttijden bij BC-ferries zo lang waren en de overzichten niet accuraat zijn en we zagen alleen maar mensen die heel lang aan het wachten waren. Kortom we hielden ons hart vast.
De avond tevoren bijna tegen beter weten in toch nog even gekeken op de ferry-site en warempel, er was een reservering open op de afvaart van 14:25. Direct boeken, gelukt en meteen daarna was die afvaart ook niet meer te boeken. Op vrijdag meldden we ons dus netjes iets meer dan een uur van te voren in de haven. Blijkt dat de eerdere boot vertraging had en omdat wij een reservering hadden werden we bijna zonder stoppen die boot op geleid langs heel veel rijen auto’s en 5 minuten later voeren we de haven uit. Gelukkig hebben we voor de volgende afvaarten naar Vancouver Island en terug ook gewoon een reservering, maar soepeler en sneller dan dit kan het echt niet gaan.