Naar Kangaroo Island

Gisterenochtend hebben we ons eerst beziggehouden met de nodige “administratieve zaken”. Dat had te maken met 2 dingen:
1. Bij het ophalen van de huurauto in Sydney kregen we te horen dat we deze, ondanks toezeggingen van de reisorganisatie in Nederland (de huurauto voor mainland Australië is het enige onderdeel van de reis dat ik niet rechtstreeks heb geregeld, is een lang verhaal dat ik nog wel eens ga uitwerken op de pagina autohuur), niet mee naar Kangaroo Island (KI) mochten nemen. De oplossing van de reisorganisatie was op zich sympathiek, zij zouden voor de trip naar KI een andere auto regelen, die wel mee naar het eiland mag. Helaas kregen we na een week te horen dat hen dit niet ging lukken. We mochten wel zelf een auto regelen en de kosten bij hen declareren. Met een uurtje bellen gisterenochtend was dat geregeld, terwijl de reisorganisatie nota bene met een lokale agent werkt. Je vraagt je af wat die voor meerwaarde oplevert! Hoewel we nu de kosten moeten voorschieten, is het voordeel wel dat het nu goed geregeld is.
2. Bij het ophalen van de huurauto bij Avis in Sydney had GJ nog speciaal aangegeven dat we flink wat kilometers gingen rijden en gevraagd hoe dat geregeld moest worden met een eventuele servicebeurt. De verhuurmedewerkster (type weinig klantvriendelijke muts) zei dat er genoeg olie en zo in zat en de auto dus voorlopig geen servicebeurt nodig had (je hoeft dus blijkbaar niet veel van auto’s af te weten om ze te verhuren). We hebben het er toen verder maar bij laten zitten, maar net voor Adelaide begon onze auto, zoals moderne auto’s dat doen, om een servicebeurt (30.000 km) te vragen. Aangezien we de nog zo’n 10.000 km moeten rijden voor we weer bij de oostkust zijn en Avis geen auto’s uitwisselt met de westkust, toch maar even naar het verhuurkantoor gebeld. We kregen dit keer iemand aan de lijn die snapte wat er aan de hand was en gelijk regelde dat we de auto konden omwisselen op Adelaide airport. Daar zijn we dus tegen de middag heen gereden en nu hebben we exact dezelfde auto, maar dan blauw ipv rood en met 3000 km op de teller. Ook heeft dit exemplaar een iPod interface, wat mooi meegenomen is gezien alle Apple gadgets die we met ons meeslepen.

Nadat we rond het middaguur de auto hadden gewisseld heeft GJ, terwijl de kinderen op het strand speelden, nog een stukje gepost en de ferry naar KI geregeld. waarna we naar Victor Harbor zijn gereden om te overnachten. Vanochtend zijn we naar KI gevaren en nu zitten we in onze tent op een camping op Kangeroo Island. De wallaby’s grazen om de tent (we hebben er net al één weggejaagd omdat we bang waren dat hij/zij de stroomkabel zou doorknagen, maar terwijl ik dit schrijf hoor ik een andere op minder dan een meter van de tent) en we hebben een zeer heldere sterrenhemel. De keuken had zelfs een open haard en allemaal houten banken. Voor KI heeft GJ de goede provider gekozen en we zitten nu met internetverbinding in onze tent dit berichtje te typen. De komende dagen hebben we zelfs een site met elektra (we hadden al een verlengsnoer gescoord bij de Australische Gamma), dus wat willen we nog meer.
Het ophalen van de auto hier was nog erg grappig. We werden bij aankomst van de ferry op KI opgewacht door iemand van Hertz die onze RAV4 kwam afleveren Ter plekke werd even het huurcontract geregeld en kregen we nog wat tips over mooie stranden en wegen waar je moest oppassen voor overstekende kangaroes.
Wanneer je trouwens denkt aan Kangeroo Island dan verwacht je een hele grote ferry maar de boot naar Vlieland is er reuze bij en de havens aan weerskanten ook. Het eiland is weer veel groter dan verwacht, ongeveer de helft van Kreta oftewel 110 keer zo groot als Vlieland (en ruim 27 keer Texel). Vandaag zijn we b.v. naar de camping aan de andere kant van het eiland gereden (wel via een kleine omweg) maar de kilometerteller is alweer 175 km verder. Morgen hebben we gepland een kleine wandeling vanaf de camping te doen en naar een grote zeehondenkolonie ter rijden. Straks lekker slapen in de tent die nu al nat is van de dauw. Morgen belooft qua weer een mooie dag te worden!

Van Eden naar Geelong

Even een kort bericht vanuit onze overnachtingsplaats van vandaag: een huisje in Geelong, een stadje net voor het begin van de Great Ocean Road, de beroemde weg langs de kust tussen Melbourne en Adelaide. Gisteren hebben we op een camping in een buitenwijk van Melbourne overnacht in de tent. We zijn nl. op familiebezoek geweest bij Ard, een neef van Gert-Jan. Hij is ongeveer 20 jaar geleden geëmigreerd naar Australië. GJ had hem sindsdien niet meer gezien. We hebben nu ook zijn vrouw Kerry en een maat van hem ontmoet en dat was beregezellig. De kinderen hebben lekker gespeeld met het ruimschoots aanwezige speelgoed. Vandaag zijn we door Melbourne heen gereden en even gestopt in St Kilda. Veel meer valt daar niet over te zeggen. Laten we het er maar op houden dat Melbourne niet onze stad is, hoewel het natuurlijk ook goed mogelijk is dat we niet op de juiste plekken waren. Het weer is rond de 20 graden. ‘s Nachts is het rond de 12 graden en dat maakt het kamperen wat lastig, vooral als de tent ‘s ochtends helemaal nat is van de dauw en niet voor 11 uur droog is. Vandaag hebben we dus maar weer voor een huisje gekozen. We gaan ervan uit dat het richting West Australië wat warmer wordt zodat we wat vaker de tent kunnen opzetten.
Overigens zouden we gisteren eigenlijk in Wilsons Promontory, een nationaal park in de buurt, overnachten, maar dat bleek gesloten wegens grote overstromingen op 24 maart. Opvallend was verder dat in de buurt van het park nergens stond aangegeven dat het park dicht was! Zelfs toen we een folder van het park bekeken bij de receptie van de camping in Foster, een dorp dat vlakbij het park ligt, voelden de eigenaren blijkbaar geen aandrang om dit te melden. Gelukkig konden we nog wel een kleine wandeling in de buurt maken, naar een volledig verlaten strand. Ook mooi.

Soms zit het mee!

Zaten we gisteren nog een beetje mistroostig in de tent ontevreden over het weer te zijn, vandaag zitten we om kwart over elf nog in onze zomerkleding met een biertje op de veranda van onze chalet in Eden te posten, na een dag waarin we het ene paradijsje na het andere binnenreden. Zo snel kan dat dus gaan! We begonnen de dag in Huskisson met zon op de tent en een temperatuur die aangenaam genoeg was om buiten voor de tent te ontbijten. Vervolgens hebben we nog even op het witte strand bij de camping gezeten om daarna onze reis richting Melbourne te vervolgen. We reden daarbij door een gebied dat hier de Sapphire Coast heet. Op dit stuk van de oostkust rijgen de witte en goudgele stranden zich aan elkaar. Daarbij liggen allerlei pittoreske plaatsjes en nationale parken. We zouden onszelf hier waarschijnlijk wel een maand kunnen vermaken, maar we moeten door, dus keuzes maken. We hebben ons dus in eerste instantie gericht op een plaatsje dat slechts met enkele regels in de Lonely planet werd genoemd, maar bij aankomst helemaal fantastisch bleek te zijn. De foto’s spreken denken we voor zichzelf. Ons vermoeden is dat men bij LP niet wil dat dit plaatsje wordt overspoeld met backpackers en het daarom wat understated in de gidsen heeft opgenomen. Wij willen dit natuurlijk niet verpesten, dus als je wil weten om welk plaatsje het gaat, mail ons dan maar ;-).
Na de uitgebreide lunch zijn we doorgereden naar de laatste stop voor deze dag, Eden. Hier wilden we eigenlijk gaan kamperen, maar toen we hoorden dat we voor zo’n € 70 een compleet chalet konden huren, hebben we ons bedacht. Vannacht wentelen we ons dus in luxe en morgen in het zwembad, dat op zo’n 10 meter van onze veranda ligt.

Tetheren rules, regen sucks!

Om maar met het eerste deel van de titel te beginnen: sinds mijn microsim geactiveerd is gebruiken we mijn iPhone om Internet toegang te krijgen op de laptop (dat heet dus tetheren) en dat werkt erg goed! We zitten nu bijvoorbeeld op een rustige camping in de middle-of-nowhere (Huskisson, Jervis bay) met de geluiden van de zee en boomklimmende possums op de achtergrond, maar geen Wifi, en toch heb ik een prima Internetverbinding. Je moet daarvoor wel bij Telstra (de KPN van Australië) zitten, want met andere providers heb je hier geen bereik. Straks aan de westkust zal het wel anders zijn, maar hier aan de oostkust hebben we totnogtoe ook overal 3G. We hoeven dus ook niet meer bij elke camping uit te zoeken of er ergens Internet is of een uur bij de McDonalds te zitten: wij hebben voortaan onze Internetverbinding gewoon bij en we kunnen er zelfs mee Skypen! 🙂
Nu Johanna over het tweede deel van de titel. Sinds we aangekomen zijn bij Stockton hebben we vooral de regen ontweken. Bij Stockton (dichtbij Newcastle) hebben we twee nachtjes op een camping gestaan. Tussen de buien door rennen naar het toilet en met onze hele keukentas rennen naar de overdekte keuken om te koken. Op de tweede avond hebben we de lang beloofde Nederlandse pannenkoeken gebakken terwijl de kinderen Ice Age op de in de campkitchen aanwezige flatscreen aan het kijken waren. GJ vertoonde zijn pannenkoekbakkunsten en de Aussies vonden het gooien met de pannenkoeken maar wat interessant. De dag erop, het regende nog steeds, hebben we (lees: Johanna) even asociaal inkopen gedaan bij de outdoorzaak Kathmandu. Deze had Eastersale met kortingen van 50 to 60% op alles. Verder hebben we eindelijk een grondzeil gekocht voor het geval we een niet heel grassige tentplaats hebben. Door de regen is er van echte site-seeing of wandelen en spelen op mooie stranden niets gekomen. Na de tweede nacht hebben we de tent enigszins droog opgepakt en zijn we richting de Blue Mountains gegaan. Na een lange rit kwamen we aan in Blackheath. De hele dag had het op en af geregend en we hebben dus maar een cabin op de camping genomen. De cabin was overigens niet heel duur (79 AUD). De kwaliteit was er ook naar, maar we hoefden geen tent in de stromende regen op te zetten. Kamperen had op dezelfde camping overigens AUD 46 gekost. De volgende ochtend hebben we weer tetris met de bagage gespeeld. Na onze inkopen bij de Kathmandu moesten we weer een nieuwe oplossing verzinnen om al onze spullen vervoerd te krijgen. Na enig passen en proppen is het gelukt. Nu maar even kijken of dit de komende tijd blijft werken. Van de Blue Mountains en al haar fantastische attracties hebben we overigens weinig gezien vanwege kou, mist en regen. De kids zijn normaal nog wel te stimuleren tot wandelen, maar in de regen en in de kou wandelen gaat net iets te ver. Vandaag zijn we net zo lang doorgereden totdat de lucht weer blauw was (hopelijk is dat morgen ook nog zo) en nu zitten we aan de kust bij Huskisson, Jervis Bay. Het was wel even zoeken naar een betaalbare camping. Campings ten overvloede en ook hele mooie, met zwembaden, speeltuinen, halve dierentuinen ed. Echter hiervoor betaal je met 3 kids de hoofdprijs (AUD 65 voor een stukje gras is echt niet overdreven). We zijn nu op zoek naar de campings waar kinderen onder de 5 gratis mogen verblijven en waar de tentplaatsen niet al te duur zijn. Morgen zakken we verder af naar het zuiden…