Na nog een laatste relaxte dag met veel ronddwalen en terrasjes pakken in Sydney, hebben we gisterenavond al onze spullen weer ingepakt en in de auto gepropt. Dat leverde overigens nog wel wat problemen op, want hoewel de auto als geheel groot genoeg lijkt (het is een Holden Commodore Sportwagon), is de bagageruimte wat aan de kleine kant. Het was dus weer ouderwets bagagetetris spelen om alles er in te krijgen. Toen dat gelukt was zijn we naar Bondi Beach gereden, want we konden Sydney natuurlijk niet verlaten zonder daar even gespeeld en gezwommen te hebben. Ik moet zeggen: het is een mooi strand bij een wijk die het relaxte surf/strandleven aan alle kanten uitstraalt, maar het strand zelf is niet beter dan bijvoorbeeld Manly beach. Rond een uur of twee hebben we de kinderen zo goed en zo kwaad mogelijk weer een beetje zandvrij gemaakt en zijn in de auto geklommen om naar onze eerste camping op het vasteland te rijden, ergens in de buurt van Nelson Bay, boven Sydney, zo hadden we bedacht.
We hadden daarbij echter geen rekening gehouden met de drukke vrijdagmiddagspits, die ook hier al om half 3 begint. Dat betekent hier niet direct dat je in de file staat, maar de doorstroomsnelheid van het verkeer ligt toch wel een stuk lager dan normaal. Daar komt bij dat Sydney enorm uitgestrekt is en we zo’n beetje de hele stad door moesten, dus toen we eenmaal de grootste drukte achter ons hadden gelaten, was het al na vieren.
Na een korte eetstop zijn we dus maar een camping gaan zoeken. Eerst vonden we een camping in Redhead onder Newcastle, maar deze was vol. We mochten nog wel voor AUD$ 40 op een vaag veldje achter het kantoor naast een roestige aanhanger staan, maar daar hebben we voor bedankt. Ter plekke hebben we gebeld naar de volgende camping op de kaart, hemelsbreed 15 km verderop. Daar was nog wel plaats, maar dan moesten we wel erg opschieten want de receptie ging over een uur dicht!? De weg erheen (30 km) was inderdaad bezaaid met stoplichten en 40 km zones, maar krap 40 minuten later stonden we voor de deur. We staan dus nu in Stockton, een plaatsje boven Newcastle op een schiereiland. We zitten nu op een camping aan het strand, dat we vanwege het vroege donker worden nog niet hebben kunnen verkennen. We moesten overigens ook de tent in het donker opzetten, maar voor die test zijn we volgens mij met vlag en wimpel geslaagd :-). De camping is wel aardig, met goede faciliteiten. We zijn benieuwd hoe de omgeving er uitziet als het licht is. Enige minpuntje tot nu toe zijn de (plaatselijke?) hangjongeren buiten de camping….
De foto’s staan er nu ook bij!
Author Archives: GJ
Sydney
Johanna: Op maandagmiddag zijn we in Sydney gearriveerd. De vlucht verliep een stuk relaxter dan de vlucht van Nieuw-Zeeland naar Tasmanië. Onze bagage kwam als eerste op de band, de shuttlebus naar de hotels was snel gevonden en een kwartier na de landing zaten we in de taxibus op weg naar ons appartement/hotel. GJ had dit onderkomen al een hele tijd van te voren geregeld. Het is altijd even afwachten als je iets via internet boekt, maar we waren zeer blij verrast. Een grote kamer met daarin twee grote 2-persoonsbedden (de kids moeten gedrieen in één bed), zeer moderne badkamer, een redelijk formaat keuken en nog plaats voor een bank, salontafel en eetkamertafel. Ontbijt beneden in de lounge is inbegrepen en er is zelfs een zwembadje. En het mooiste van alles: het ligt midden in het centrum, in Woolloomooloo nabij Kings Cross en de botanische tuinen. De eerste dag zijn we in de namiddag nog even gaan wandelen. Nadat we een flink stuk gelopen hadden werden we overvallen door een enorme tropische regenbui. De Sydneysiders zijn hierop voorbereid en iedereen had een paraplu bij. Wij Nederlanders niet (dit is immers het droogste continent ter wereld!) en daar liepen we in de regen. Echter het mooie is dat het lekker warm blijft. En ontstonden zelfs kleine riviertje op de weg en alle vieze slippers zijn weer helemaal schoongespoeld. Na even zoeken vonden we gelukkig een soort winkelcentrum in een metrostation en daar zijn we gaan eten. Daarna hebben we nog een heel eind teruggewandeld/gerend door de regen.
De volgende dag zou het volgens de weerberichten alleen maar gaan regenen, echter die was blijkbaar de vorige dag al gevallen want we troffen een stralend blauwe lucht, 27 graden en geen spatje neerslag. ‘s Ochtends even gezwommen in het zwembad van het appartement en aan het einde van de ochtend naar het Sydney Aquarium gewandeld. We moesten natuurlijk onderweg wel wat zien, dus dat ging niet via de kortste weg, waardoor we tijdens lunchtijd bij een groot plein met foodcourt (allerlei etenstentjes op een rij) in een zakendistrict belandden. We hebben daar heerlijk buiten onder een parasol tussen de pakken en netgeklede dames zitten lunchen. Daarna door naar het aquarium alwaar iedereen zich prima heeft vermaakt met o.a. de grote roggen en dito haaien. Als bonus stonden er allerlei grote lego-bouwwerken in het aquarium. Aan het einde van de dag via de kust weer teruggewandeld (en dat is toch zeker 6-7 km). Onderweg we werden getrakteerd op harbourbridge en het operahouse bij zonsondergang en een heleboel vleermuizen die in de schemering vanuit de botanische tuinen uitvliegen over de stad. We hebben ook nog even een terrasje gepakt aan de haven en een ijsje gegeten en toen waren we rond 8 uur thuis.
Vandaag (woensdag) zijn we met de ferry naar Manly (een wijk in Sydney aan de overkant van de haven) geweest. We hadden een wandeling langs de kust gepland, maar het was erg warm en toen de kinderen eenmaal het strand zagen, zetten ze stap meer verder en wilden ze alleen maar rennen met de golven en op het strand spelen. Het was ook wel erg warm om te wandelen ;-). GJ heeft van de nood een deugd gemaakt en samen met Dennis zeker 3 uur in de branding gesprongen. Rond 5 uur de ferry weer terug genomen en via de botanische tuinen teruggewandeld naar ons onderkomen.
Vanavond hebben we geskyped met groep geel en groep 4c. Alle kinderen van de klassen van Dennis en Ilse hadden zich verzameld in de gymzaal en samen met meester Hendrik had GJ een skypeverbinding gemaakt. Dennis en Ilse hebben even met de klas gepraat en we hebben zelfs gezamenlijk hoedje van papier gezongen. Aan de reacties op het beeld te zien viel het bij de klassen wel in de smaak. Dennis en Ilse vonden het in elk geval heel erg leuk! Wellicht voor herhaling vatbaar. Morgen gaan we de auto ophalen en we hebben nog een nachtje bijgeboekt in het appartement. We vertrekken vrijdagochtend uit Sydney om weer te gaan toeren.
Gert-Jan: Ik zal het maar gelijk voor bekennen: ik ben verliefd en ik denk wel dat Johanna het begrijpt. Ik ben verliefd op deze prachtige, levendige, fantastisch sfeervolle stad. Iedere keer als we de deur van ons appartement uitlopen, volgt weer de ene na de andere positieve verrassing. Het is hier op elk moment van de dag lekker warm, er zitten allerlei grappige beesten die je niet direct verwacht (kaketoes en vleermuizen, om er maar eens een paar te noemen), maar het is ook vooral zo verschrikkelijk sfeervol hier. In het zakencentrum is het druk en gehaast, maar toch ook gezellig en als je naar de haven loopt zitten daar echt de meest relaxte terrassen op de mooiste plekjes. Overdag kun je naar één van de talloze stranden (ik schat dat je hier minimaal 2 maanden lang elke dag naar een ander strand kunt) of anders ga je één van de vele wandelingen door de nationale parken in Sydney maken. Die parken zijn voor Australische begrippen niet zo groot, maar je kunt er toch gemakkelijk een paar dagen zoet mee zijn en als dat niet genoeg is, ga je naar de Blue Mountains, een natuurgebied zo groot als Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en Zuid-Holland bij elkaar op een uur rijden van Sydney. Ik kan me prima voorstellen dat je hier lekker een hele zomer als strandwacht oid gaat werken, gewoon om hier te zijn en genoeg tijd over te houden om leuke dingen te doen. Ik herinner me ook ineens weer dat we hier in 2002 maximaal 3 dagen wilden blijven en uiteindelijk pas na 5 dagen vertrokken. Nu hebben we er ook al weer een dag bijgetrokken en als we vrijdag ons appartement uit moeten gaan we eerst naar Bondi en dan naar de Blue Mountains!
We gaan naar Sydney
We zitten momenteel op Launceston airport te wachten op onze vlucht, dus er is even tijd voor een korte post over de afgelopen dagen. Na Port Arthur hadden we nog grote plannen voor het bezoeken van enkele nationale parken, maar eigenlijk waren we allemaal wel toe aan een paar dagen relaxen. We zijn dus afgelopen zaterdag al naar Launceston gereden en hebben daar voor de laatste twee nachten een cabin geboekt. Bijkomend voordeel is dat Launceston een stuk warmer voelt dan Hobart, omdat de koude wind (vanuit het zuiden?) ontbreekt. We zaten dus gisteren om 8 uur ‘s avonds nog lekker buiten, iets dat je bij Hobart wel uit je hoofd laat! Gisteren zijn we nog even naar de Tasmanian zoo geweest. Een houtje-touwtje dierentuin (de dierenverblijven waren bijvoorbeeld deels gemaakt van zeecontainers en oude gasflessen) in de buurt van onze cabin, waar we o.a. naar het voederen van de Tasmaanse duivels hebben gekeken. Dit voederen bestond uit niet meer dan het werpen van een kangaroepoot in de kooi, maar daarna mochten de kinderen wel een jonge duivel aaien. Alleen Laura durfde.
Zometeen vliegen we dus naar Sydney, waar we ruim 8 jaar geleden voor het laatst waren (toen nog met z’n 2’en). Ik herinner me Sydney als een leuke, dynamische stad en kijk ernaar uit om er weer terug te keren. De komende drie nachten zitten we in een appartement hartje centrum (in Wooloomooloo), dus het plan is de attracties relaxed wandelend te gaan verkennen. We laten snel weten of dat lukt!
Wildlife
Hoewel we de natuur in Nieuw-Zeeland prachtig vonden en we er een leuke tijd hebben gehad, was er toch iets dat we misten: wilde dieren. Met name op het Noordereiland hebben we eigenlijk alleen boerderijdieren en dode opossums gezien. Op het Zuidereiland viel wat meer te zien, maar ook daar waren de grotere wilde dieren alleen te vinden bij of in de zee. Als je dieren eng vindt is dat waarschijnlijk een voordeel, maar wij hadden het gevoel dat er een dimensie ontbrak in de natuur van Nieuw-Zeeland.
Op Tasmanië is dat anders. Vanaf dag één struikelen we hier bijna over de dieren. Zelfs in stedelijk gebied zie je hier nog hagedissen en zelfs wallaby’s en in de buitengebieden en nationale parken komen daar nog tal van bijzondere dieren bij. Bijzondere dieren, omdat zoogdieren zich in het geïsoleerde Australië anders hebben ontwikkeld dan in de rest van de wereld. Dat betekent dat hele families van diersoorten, zoals de monotremen (vogelbekdier en mierenegel) en talloze soorten buideldieren alleen hier voorkomen. Het bekendste buideldier, de kangaroe, komt overal in Australië voor, maar allerlei onbekendere soorten zijn op het vasteland (vrijwel) uitgestorven door de vernietiging van hun leefgebied en de concurrentie van geïntroduceerde diersoorten zoals het konijn, de verwilderde kat, de vos en (al veel eerder) de dingo. Doordat deze dieren niet of veel minder op Tasmanië voorkomen (Tasmanië is vos- en dingovrij), komen allerlei inheemse buideldieren daar nog wel in grote aantallen voor. Hoewel we ze lang niet allemaal gezien hebben, zijn we, naast de Black Tiger Snake, die we in het vorige artikel hebben beschreven, drie arenden (wedge tailed eagles) vlak naast de weg tegengekomen, zagen we twee Ringtail possums de BBQ-resten afvoeren, wandelden er pademelons, een echidna en Bennet wallabies met ons mee bij Cradle mountain en zagen we Tasmaanse duivels, Forester Kangaroes en een vogelbekdier bij Mt Field. We hebben niet overal goede foto’s van (veel van de genoemde dieren zijn erg schuw en/of komen alleen ‘s nachts tevoorschijn en dat gaat niet zo goed samen met foto’s maken), maar de foto’s die we hebben willen we hieronder met jullie delen.