Airlie Beach en het rif

Johanna: Eergisteren zijn we dus naar het Great Barrier Reef geweest. De dag begon al vroeg, want om 5 voor 7 werden we door een bus bij de camping opgepikt. Deze bus bracht ons naar de haven, waar we inscheepten op een soort veerboot die ons naar een drijvend ponton, “Reefworld”, ging brengen. Eerst maakten we echter nog een tussenstop bij Hamilton, een van de Whitsunday eilanden, want deze boot bleek ook de veerdienst met dat eiland te onderhouden en we hadden dus nogal wat mensen aan boord die daar werken. We vroegen ons ook al af waarom sommige mensen zo netjes gekleed gingen :-). Het rif ligt hier niet zo dicht onder de kust, dus het was nog bijna 2 uur varen. Gelukkig waren we hierop voorbereid en hadden we de Nintendo’s voor de kids meegenomen. Het toeval wilde dat onze Engelse buren op de camping en hun kids (Byron, 10 en Tia, vandaag 7 geworden) ook meegingen en we hadden onderweg geen kind aan de kinderen. Reef World is een ponton met kamer waar je onder water kunt kijken, een semi-sub (een boot waarvan de wanden onderwater van glas zijn, zodat je opzij naar buiten kunt kijken), je kunt er duiken (tegen betaling) en snorkelen. Voor iedereen hadden ze spullen aan boord. Daar lagen we met zijn allen in het water bij het rif, pakken en vinnen aan en kijken maar. Kijken met snorkel was voor de meisjes heel lastig, maar in de oceaan met een zwemvest was helemaal geweldig. Dennis en Gert-Jan hebben een snorkelroute gedaan waarbij Dennis ook veel met zijn duikbril onder water heeft gekeken. De semi-sub was ook erg leuk. Deze legde een route af langs het rif en er kwamen heel veel mooi koraal, vissen en zelfs een schildpad voorbij. Na 3,5 uur doorgebracht te hebben op het ponton, moesten we weer terug en tegen de avond stapten we weer uit de bus bij onze camping na een zeer geslaagde maar vermoeiende dag.

Gert-Jan: Vooraf waren we een beetje sceptisch over dit uitje. We hadden nl. al veel mensen gesproken die niet bijzonder enthousiast waren over een trip naar het Great Barrier Reef. Dat was eigenlijk ook de reden dat we niet eerder zijn gegaan, b.v. vanuit Port Douglas of Cairns. Bij met name GJ bleef het echter toch een beetje knagen: drie keer naar Australië geweest, maar nog niet gesnorkeld bij het Great Barrier Reef, dat kan eigenlijk niet. Toen we hier op de camping een aanbieding zagen staan die er op neerkwam dan we alleen voor één volwassene en Dennis betaalden, was de beslissing dan ook snel genomen. Toch nog naar het rif!
De boottocht, waarover nogal wat mensen op Internet klaagden (lang, saai, iedereen zeeziek), viel ons al gelijk alles mee. Het eerste stuk vaar je tussen de Whitsunday eilanden door, waardoor er best wat te zien valt, we hadden rustig weer, dus niemand werd zeeziek en toen we aan boord kwamen stond het ontbijt al op ons te wachten. Er gingen uiteindelijk slechts zo’n 40 mensen met de boot naar het rif, terwijl de capaciteit van Reefworld zeker 150-200 man is, dus we hadden ruimte genoeg. Ook bij het rif waren de omstandigheden ideaal: een stralend blauwe lucht, dus veel licht op het koraal, geen regen de afgelopen dagen en bijna windstil, waardoor het zicht onderwater zo’n 20 meter was. De watertemperatuur was 24 graden, ook niet onaangenaam.
Over het snorkelen langs en over het rif kan ik kort zijn: dat was werkelijk fantastisch! De veelkleurigheid van het koraal kwam goed over en tussen en onder het koraal zwommen werkelijk tienduizenden vissen en visjes, van enkele centimeters tot een halve meter lang (onder het ponton zaten overigens nog wat grote exemplaren, van maximaal anderhalve meter). Na eerst met Dennis de boel te hebben verkend, heb ik zelf nog zeker anderhalf uur met stijgende verbazing boven en naast het rif gehangen en met drie(!) schildpadden mee gezwommen. Het was werkelijk een perfecte dag. Ik durf nu alleen nooit meer terug te gaan, want de kans dat we nog een keer zulke goede omstandigheden treffen is natuurlijk nul ;-). Als we toch nog een keer gaan, zou ik wel een onderwater camera regelen, want van al het moois dat we gezien hebben, is nu nagenoeg niets fatsoenlijk op de gevoelige plaat vastgelegd :-(.

Johanna: Gisteren zijn we even naar het dorp Airlie Beach geweest. In 2002 waren we hier ook al geweest en wij herinnerden ons alleen een straat met backpacker hostels, veel restaurantjes, kroegjes etc. Net als in Port Douglas is dit ook erg gegroeid en zijn er enorm veel resorts, campings en winkels bijgebouwd. ‘s Middags zijn we nog even naar de zwemlagoon bij de boulevard geweest. Dit is eigenlijk een gigantisch zwembad, vormgegeven als een baai, naast de boulevard en gratis toegankelijk. Het water was iets warmer dan op de camping maar niet warm genoeg om de hele middag te zwemmen. Gelukkig was er ook een speeltuin. De rest van de dag hebben de kinderen met hun Engelse vriendjes gespeeld.
Vandaag hebben we een wandeling gedaan in het Conway National Park, dit ligt vlakbij Airlie Beach. Echter deze was niet heel spectaculair en we waren met de lunch alweer op de camping. Op de camping hebben ze een minigolf baan en daar hebben we nog een rondje gespeeld. Dennis en papa voor het echie. Ilse en Laura al knikkerend onder begeleiding van mama.

Eindelijk weer foto’s

Hierbij, met de nodige vertraging, de foto’s van onze laatste dag in Cairns, Mission Beach en Magnetic Island. Ik had ze al veel eerder willen uploaden, maar we hadden het simpelweg te druk met wandelen, beesten kijken / voeren en relaxen in de zon (overdag) of integreren met backpackers en kokosnoot bowlen in de bar (‘s avonds).

Inmiddels hebben we Magnetic Island, met pijn in ons hart, weer achter ons gelaten en zijn doorgereisd naar Airlie Beach. Daar zijn we gisterenavond wat gaan eten. Het stadje is behoorlijk veranderd sinds 2002, maar we konden de pub waar we indertijd een paar keer geweest zijn nog wel terugvinden. We moesten wel opschieten met eten, want om 8 uur begon de wet t-shirt contest en dan moesten de kinderen vertrekken. Ver voor die tijd stonden de schaars geklede moeders (er kwam er een vertellen dat haar kinderen net zo oud waren als die van ons) van een hen-party al op tafel te dansen, dus we hebben ons prima vermaakt. Vooral Laura en Ilse keken hun ogen uit, terwijl Dennis een beetje moe was en vooral ook op tijd naar huis wilde.
We hebben vanochtend de tent weer opgezet, dit keer op een BIG4 resort (vinden ze zelf) camping. De voorzieningen zijn hier best mooi, maar ik verlang al weer terug naar Magnetic Island, waar je niet eens in de gaten had dat er een weg in de buurt liep (deze camping ligt weer eens naast de snelweg, dat schijnen ze hier handig te vinden) en je zelf maar moest kijken waar je de tent neerzette (hier hebben we een keurig afgebakende en genummerde plek toegewezen gekregen). Zelfs als je hier iets in de koelkast van de gezamenlijke keuken wilt zetten, mag dat alleen in een speciaal wit mandje, tegen inlevering van een borg af te halen bij de receptie. Een pluspunt: de lantaarnpaal die naast de tent staat is niet zo groot (ook weer zoiets van hier: op de snelweg is geen lantaarnpaal te bekennen, maar een dure camping staat er vol mee)! De kinderen hebben het hier echter prima naar hun zin, met twee waterglijbanen, een grote speeltuin en een springkussen.
De komende dagen hangen we hier rond, want verder naar het zuiden regent het de komende week :-(. We hadden ook nog plannen om bij enkele parken in het binnenland te gaan staan, maar daar vriest het ‘s nachts, dus dat zal helaas een andere keer worden. Het is wat dat betreft echt de omgekeerde wereld: we horen allerlei berichten over hoge temperaturen en grote droogte in Nederland, terwijl het hier ongewoon veel regent en wel 6 graden kouder dan normaal is. Gelukkig is dat vooral ‘s nachts te merken, overdag wordt het nog steeds zo’n 25 graden.
Update: net weer wat nieuwe wildlife gezien. In de boom naast onze tent zit een ringtail possum met een baby. Erg schattig! Morgen gaan we overigens met een tourtje naar het Great Barrier Reef. We laten wel weer weten hoe dat bevallen is.

Magnetic Island

Hierbij een korte update vanuit de bar bij de backpackers resort op Magnetic Island, waar wij momenteel verblijven. Sinds de vorige post zijn we nog een nacht in Cairns (daar was het tenminste mooi weer en onderweg konden we nog twee mooie wandelingen maken) en een nacht in Mission Beach geweest. Mission Beach was erg leuk en had ook mooi weer, maar het was nog goed zichtbaar dat het oog van cycloon Yasi in februari precies over dit dorp getrokken is. Overal waren werklui nog bezig om schade te herstellen en het regenwoud was ook goed gehavend. We hebben nog een wandeling gedaan daar, maar hoewel we door het regenwoud liepen, voelden we toch de hele tijd de zon op onze bol, echt een rare ervaring. Waarschijnlijk zal het wel een aantal jaren duren voor het bladerdak weer gesloten is.
Na Mission Beach wisten we het even niet meer. We zouden naar Townsville gaan en daar kamperen, maar we konden geen camping vinden die ons aanstond. Alles lag vlak naast de snelweg, met erg weinig natuur in de onmiddellijke omgeving. Bij de McDonalds (voor het eerst in 3 weken) in Ingam kregen we een ingeving: Magnetic Island! Dit is een klein eiland voor de kust bij Townsville, waar je met de ferry in 35 minuten heen vaart. Het is geen toeristeneiland, in de zin dat het ruim 2000 permanente bewoners heeft, waarvan het grootste deel in Townsville werkt. Er zijn natuurlijk wel een aantal voorzieningen voor toeristen, waaronder een behoorlijk aantal resort’s een slechts 1 camping annex backpackers hostel annex budget resort en daar hebben we onze tent opgezet. Het is momenteel schitterend weer hier, zonnig, 27 graden met een verkoelend briesje, maar ‘s nachts koelt het af tot een graad of 14, dus we hebben de slaapzakken weer tevoorschijn moeten halen.
Natuur is op deze camping in overvloed te vinden. Niet alleen staan we op een grasveldje tussen de palmen, maar sinds we hier zijn hebben we al diverse possums, talloze veelkleurige dag- en nachtvlinders, een stuk of 3 laughing kookaburra’s en zelfs een wandelende tak in het wild gezien. Het meest bijzondere hieraan is dat we al deze dieren hebben gezien terwijl we in de bar zaten (en terwijl ik dit schrijf schuifelt er achter me een wallaby over het grasveld, dus die kan nog aan het rijtje worden toegevoegd), met uitzondering van de wandelende tak, die bij de WC zat. Het is hier dus ook nog erg gezellig. Zo hebben we gisteren, terwijl de kinderen naast ons een tekenfilm op mijn laptop zaten te kijken, met 2 Duitsers die in Melbourne werken aan de pubquiz meegedaan en tussendoor ervaringen uitgewisseld. We gaan nu wandelen, maar ik zal proberen om vanavond nog wat beelden aan dit verhaal toe te voegen. Hierbij wel alvast, speciaal voor mijn vader, een foto van de wandelende tak.

20110525-031948.jpg

Nog maar 3 weken…

De teller op onze site is onverbiddelijk: over minder dan 3 weken staan we weer op Schiphol. Nou lijkt 3 weken nog een behoorlijk lange tijd, maar voor ons, met 15 weken reizen achter de rug, voelt het alsof we overmorgen al op het vliegtuig moeten stappen :-(. We merken ook dat we een beetje het idee hebben van “Wat zullen we eens gaan doen de laatste dagen”. Daar komt bij dat we net twee wisselvallige dagen in Cairns achter de rug hebben en vandaag ook de ene regenbui na de andere hebben gehad, wat niet echt handig is in een omgeving waar alles gericht is op buitenactiviteiten. We hadden ons dat vooraf niet zo gerealiseerd, maar als het hier een keer regent loop je er vanzelf tegenaan. We hebben vandaag dus maar zo goed en kwaad mogelijk de verschillende watervallen in de buurt bekeken. Voordeel van de huidige natte periode is dat deze allemaal meer dan voldoende water hebben ;-).
Gelukkig belooft het weerbericht voor morgen (of anders overmorgen) een zonnige dag, dus we gaan nog wat wandelen en daarna kijken of we nog wat strandpret kunnen beleven. De watertemperatuur hangt hier nog altijd rond de 26 graden, dus daar moeten we maar van genieten nu het nog kan. Ik weet zeker dat wij, maar vooral ook de kinderen, daar nog met veel heimwee aan terug zullen denken als we deze zomer weer in de koude Noordzee liggen.
Cairns was overigens een heel stuk groter geworden dan we ons van 2002 herinnerden. Het is wel nog steeds een gezellige en energieke stad, waarbij vooral de vele backpackers beeldbepalend zijn. We hadden eigenlijk gepland om veel in en bij het water te liggen (er is een mooie swimming lagoon aan de boulevard en anders heb je ten noorden van de stad nog een aantal prachtige stranden), maar in plaats daarvan hebben we de stad bekeken, gewinkeld en een broodnodig bezoek aan de kapper gebracht. Luxe kampeerders als we zijn, hebben we in verband met het natte weer ook de tent in de auto laten liggen en een appartement gezocht. We kwamen terecht in Koala Court Appartments. Lekker ruim, maar verder een grote stap terug ten opzichte van onze accommodatie in Port Douglas, niet in de laatste plaats door de vloeren, waarvan je voeten op de een of andere manier viezer werden dan van het trottoir buiten.
Inmiddels zitten we voor de tweede nacht in een cabin in Innisfail. Over dit stadje valt niet zoveel te zeggen, behalve dat het de op één na natste stad van Australië is. Misschien op dit moment dus niet zo’n goede verblijfplaats ;-). Morgen verkassen we dus weer, waarschijnlijk weer wat omhoog.